NJB 2009, 1062
HR, 21-04-2009, nr. 07/10151
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
07/10151
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BH5177
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH5177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH5177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2009
- Wetingang
Sv art. 359
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden wegens
(1)
(1) medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B Opw gegeven verbod en
(2)
(2) diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het middel klaagt over schending door het hof van het voorschrift van het tweede lid van art. 359 Sv voor wat betreft het onder (1) bewezenverklaarde.
Aangevoerd werd door de verdediging onder meer dat de verdachte ten tijde van het aantreffen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.