NJB 2009, 886
HR, 07-04-2009, nr. 07/13359 P
HR 07-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3342
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2009
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Sterk
- Zaaknummer
07/13359 P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BH3342
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH3342, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH3342, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2009
- Wetingang
Essentie
Ontnemingszaak (€ 1 165 000)
In het (tweede) middel wordt geklaagd over schending van art. 6 lid 2 EVRM op de grond dat het hof een betalingsverplichting heeft opgelegd ter ontneming van voordeel dat wederrechtelijk is verkregen door een strafbaar feit ten aanzien waarvan de dagvaarding in eerste aanleg nietig is verklaard.
Het middel faalt want:
berust op de opvatting dat een nietigverklaring van de dagvaarding ten aanzien van een bepaald feit gelijkgesteld kan worden aan een vrijspraak ten aanzien van dat feit, zoals bedoeld in de uitspraak Geerings tegen Nederland (EHRM 1 maart 2007, NJ 2007, 349 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.