NJB 2009, 881
HR, 07-04-2009, nr. S 07/11663 P
HR 07-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0566
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2009
- Magistraten
Mrs. Koster, De Hullu, Thomassen, Splinter-van Kan en Groos
- Zaaknummer
S 07/11663 P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BH0566
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH0566, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH0566, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2009
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Ontnemingszaak (€ 5500)
De raadsman van de verdachte verzocht ter zitting om aanhouding van de zaak omdat zijn cliënt hem die morgen telefonisch had meegedeeld dat hij wegens griep niet op de zitting kon komen en toch bij de behandeling aanwezig wilde zijn.
Daarop deelde de voorzitter van het hof als beslissing van het hof mee dat het verzoek van de verdediging werd afgewezen ‘nu dit niet is onderbouwd met een medische verklaring’.
De Hoge Raad stelt voorop dat het aanwezigheidsrecht van een verdachte meebrengt dat als in verband met ziekte van de verdachte aanhouding van de zaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.