NJB 2009, 828
HR, 24-03-2009, nr. 07/11836
HR 24-03-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG9968
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2009
- Magistraten
Mrs. Koster, Ilsink en Thomassen
- Zaaknummer
07/11836
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG9968
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG9968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG9968, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep wegens opzetheling van een personenauto veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden.
Het middel bevat de klacht dat het hof de bewezenverklaring inhoudende dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de onderhavige auto een door misdrijf verkregen goed betrof, onvoldoende met juiste redenen heeft omkleed.
De Hoge Raad stelt vast dat het hof het bewezenverklaarde onder aanhaling van art. 416 Sr heeft gekwalificeerd als opzetheling en heeft aangenomen dat de verdachte wist dat de auto gestolen was. Een en ander valt niet te rijmen met de omstandigheid dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.