Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 458
HR, 17-03-2009, nr. 01795/07
HR 17-03-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BH0507
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 maart 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01795/07
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BH0507
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH0507, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH0507, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2009
Essentie
Toereikende bewijsmotivering. HR: verwerpt beroep met art. 81 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 6 december 2006, nummer 21/000317-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.