RvdW 2009, 284
HR, 03-02-2009, nr. 07/10916
HR 03-02-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG6154
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/10916
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG6154
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG6154, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG6154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2009
- Wetingang
Essentie
De in art. 588 lid 3 onder c Sv voorgeschreven verzending van een afschrift van de dagvaarding maakt geen deel uit van de betekening. Die betekening is met de uitreiking van de dag-vaarding aan de griffier van de rechtbank voltooid. De betekeningtermijn is in acht genomen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 mei 2006, nummer 23/005101-05, in de strafzaak tegen H.T.J. van G. te A. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam.