HR, 27-01-2009, nr. 08/02360 H
ECLI:NL:PHR:2009:BH0955
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27-01-2009
- Zaaknummer
08/02360 H
- LJN
BH0955
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2009:BH0955, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2009; (Herziening)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2009:BH0955
ECLI:NL:PHR:2009:BH0955, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2009
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BH0955
- Vindplaatsen
Uitspraak 27‑01‑2009
Inhoudsindicatie
Herziening.
27 januari 2009
Strafkamer
nr. 08/02360 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 30 januari 2008, nummer 21/001761-07, ingediend door mr. M. van Delft en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Utrecht van 18 april 2007 - de aanvrager ter zake van "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" gepleegd op 8 augustus 2006 met het motorrijtuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB] veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van dertig uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.
2. De aanvrage tot herziening
2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat zijn motorrijtuig op de pleegdatum verzekerd was.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvrage
4.1. Bij de aanvrage is overgelegd een verklaring van 10 april 2008 van [A], welke verklaring inhoudt:
"Ter voldoening aan het gestelde in artikel 34, lid 2, van de Wet Aansprakelijkheidsverzekeringen Motorrijtuigen (WAM) verklaart
[A]
Postbus [001]
[plaats]
Code [002]
hierbij dat op 08-08-2006 voor het motorrijtuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB] een verzekering van kracht was die aan de op die datum, of door krachtens de WAM, gestelde eisen voldeed, afgesloten onder polisnummer [003] en dat het CRWAM, voorzover noodzakelijk, is aangevuld danwel gecorrigeerd."
4.2. Aan de inhoud van dit stuk, totstandgekomen en afgegeven nadat het Hof uitspraak had gedaan, valt het ernstige vermoeden te ontlenen, dat het Hof, ware het daarmee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing
van de tenuitvoerlegging van voormeld arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 januari 2008;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 27 januari 2009.
Conclusie 27‑01‑2009
Inhoudsindicatie
Herziening.
Nr. 08/02360 H
Mr. Vellinga
Zitting: 2 december 2008
Conclusie inzake:
[Aanvrager]
1. Aanvrager van herziening is door het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, wegens "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair vijftien dagen hechtenis, met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.
2. Namens aanvrager hebben mrs. M. van Delft en B.P. de Boer, advocaten te Amsterdam, een aanvrage tot herziening ingediend.
3. De aanvrage berust op de stelling dat de auto met kenteken [AA-00-BB] op de bewezenverklaarde datum (8 augustus 2006) wel verzekerd was. Ter adstructie van die stelling is aan de aanvrage een verklaring ex art. 34 WAM van [A] gehecht, inhoudende dat voor het motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] op 8 augustus 2006 een verzekering van kracht was welke aan de op die datum [whv; ik begrijp:] door of krachtens de WAM gestelde eisen voldeed.
4. De als bijlage aangehechte verklaring dateert van 10 april 2008, zodat het Hof met deze verklaring niet bekend kon zijn.
5. De inhoud van de overgelegde verklaring, die immers met de bewezenverklaring onverenigbaar is, levert het ernstig vermoeden op dat het Hof, als het met de vermelde feiten en omstandigheden bekend was geweest, de aanvrager van het tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken. Derhalve doet zich een geval voor als bedoeld in art. 457 lid 1 onder 20 Sv.
6. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond verklaart, de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het gewijsde zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak op de voet van art. 467 Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG