NJB 2009, 201
HR, 23-12-2008, nr. 02721/06 P
HR 23-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG3719
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 december 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Groos
- Zaaknummer
02721/06 P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BG3719
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BG3719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BG3719, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
In deze zaak wordt de namens de verdachte ingenomen opvatting dat voor de beoordeling van de in cassatie op zijn redelijkheid te beoordelen termijn zelfstandige betekenis toekomt aan het tijdsverloop tussen het instellen van het beroep en de betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435 Sv door de Hoge Raad als onjuist verworpen.
Het betreft cassatie in een ontnemingszaak. De redelijke termijn van art. 6 EVRM is daarbij overschreden maar tot cassatie behoeft dit niet te leiden. Ook met de in deze ontnemingszaak samenhangende strafzaak (…) is de redelijke termijn in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.