RvdW 2009, 123
HR, 16-12-2008, nr. 07/12718
HR 16-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF3304
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/12718
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BF3304
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF3304, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3304, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
Het hof is in zijn arrest van het uitdrukkelijk onderbouwde betrouwbaarheidsverweer van de verdediging afgeweken door de gewraakte verklaring van dat slachtoffer tot het bewijs te bezigen, maar heeft in strijd met art. 359 lid 2 Sv niet in het bijzonder de redenen opgegeven die daartoe hebben geleid.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 2 april 2007, nummer 22/005859-05, in de strafzaak tegen S.M.Z. Adv. mr. J.S. Nan, te Dordrecht.
Uitspraak
Hoge Raad:
(…)
3. Beoordeling van het zesde middel
3.1
Het middel klaagt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.