JOL 2008, 930
HR, 09-12-2008, nr. 01242/07
HR 09-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD4870
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01242/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BD4870
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD4870, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD4870, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2007
Essentie
Motiveringseisen bij opleggen vrijheidsstraf na een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt met betrekking tot de straf.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 13 december 2006, nummer 20/002980-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. M.G.C. van Riet, te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.G.C. van Riet, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.