NJB 2009, 21
HR, 02-12-2008, nr. 01590/07
HR 02-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF0750
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Ilsink en Thomassen
- Zaaknummer
01590/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BF0750
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF0750, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF0750, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑08‑2007
- Wetingang
Sr art. 304; BW art. 1:199
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep wegens mishandeling van zijn kind, tweemaal gepleegd, veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde dat hij zich tijdens de proeftijd onder toezicht van de reclassering zal stellen.
Het middel bevat de klacht dat de bewezenverklaringen niet naar de eis der wet met redenen zijn omkleed nu uit de gebezigde bewijsmiddelen zonder nadere motivering, die ontbreekt niet (voldoende) blijkt van de in art. 304 Sr opgenomen verzwarende omstandigheid dat het telkens het kind van de verdachte betrof. De vader-kind relatie is volgens het middel niet aanwezig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.