NJB 2008, 2189
HR, 18-11-2008, nr. 01498/07
HR 18-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD6359
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 november 2008
- Magistraten
Mrs. Corstens, Balkema, De Savornin Lohman, Ilsink en De Hullu
- Zaaknummer
01498/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BD6359
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD6359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD6359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑11‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2007
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf wegens (1) verkrachting en (2) poging tot zware mishandeling.
In het middel wordt aangevoerd dat het hof is afgeweken van het door de verdediging uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat de verklaringen van het slachtoffer dusdanig onbetrouwbaar zijn dat zij niet aan de bewezenverklaring ten grondslag kunnen worden gelegd, zonder daarvoor de bijzondere redenen op te geven.
Anders dan de A‑G oordeelt de Hoge Raad dat het middel faalt en overweegt daartoe als volgt:
3.7Met betrekking tot het onder 2 bewezenverklaarde feit vindt deze afwijking, anders dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.