RvdW 2008, 1040
HR, 11-11-2008, nr. 00928/07 P
HR 11-11-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD4860
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 november 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00928/07 P
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BD4860
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD4860, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD4860, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2007
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
Het oordeel dat het wederrechtelijk verkregen voordeel in zijn geheel aan de betrokkene moet worden toegerekend, is zonder nadere motivering niet begrijpelijk, nu bewezen is verklaard dat betrokkene de hennepplanten tezamen en in vereniging met anderen heeft geteeld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 november 2006, nummer 23/001387-06, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van T.P. Adv. mr. G.J. Hubers, te Dordrecht.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.