RvdW 2008, 1021
HR, 04-11-2008, nr. S 07/12813
HR 04-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0281
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
S 07/12813
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BF0281
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF0281, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF0281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2008
- Wetingang
Essentie
Het Hof hoefde het verweer dat de verdachte zijn verklaring bij de politie niet in vrijheid heeft afgelegd, niet op te vatten als een beroep op art. 359a Sv waarop gemotiveerd had moeten worden beslist, mede gelet op hetgeen de raadsman heeft aangevoerd. Conclusie A-G: het Hof had op het verweer cfm art. 359 lid 2 Sv moeten responderen.
Samenvatting
Verdachte ter terechtzitting in hoger beroep: Bij mijn verhoor door de politie ben ik onder druk gezet; ik heb niet verklaard hetgeen in het proces-verbaal is vermeld.
Raadsman: Nu het overtuigend bewijs ontbreekt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.