JOL 2008, 726
HR, 07-10-2008, nr. 01951/07
HR 07-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC3741
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01951/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC3741
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC3741, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC3741, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2007
Essentie
Bewijsbetekenis buitenlands proces-verbaal.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 12 december 2006, nummer 20/001887-04, in de strafzaak tegen [verdachte]. Adv. mr. J.Y. Taekema, te 's‑Gravenhage.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te 's‑Hertogenbosch, van 25 maart 2004 — de verdachte ter zake van 1 primair ‘medeplegen van moord, meermalen gepleegd’, 2. ‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, eerste lid, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod’ en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.