NJB 2008, 1913
HR, 30-09-2008, nr. 07/11337
HR 30-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD4882
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Dorst en Ilsink
- Zaaknummer
07/11337
- Conclusie
A‑G Machielse
- LJN
BD4882
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD4882, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD4882, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2008
- Wetingang
Sv art. 359 lid 6; EVRM art. 6
Essentie
Wegens tweemaal medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 lid 1 onder B van de Opiumwet gegeven verbod werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf waarvan 87 dagen voorwaardelijk en tot een werkstraf van 200 uren. Het eerste middel bevat de klacht dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden. In het zesde middel wordt erover geklaagd dat art. 359 lid 6 Sv is geschonden doordat bij de motivering van de strafmaat niet de bijzondere redenen zijn opgegeven waarom een vrijheidsbenemende straf is opgelegd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.