RvdW 2008, 865
HR, 16-09-2008, nr. 01299/07
HR 16-09-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3688
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 september 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01299/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BD3688
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD3688, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD3688, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑09‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2007
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft het verzoek de aangeefster als getuige te doen horen terecht getoetst aan het noodzaakcriterium cfm art. 418 lid 3 Sv. ’s Hofs oordeel dat de aangeefster reeds tweemaal door de R-C is gehoord in aanwezigheid van de raadsman en dat de brief van de aangeefster (waarin zij haar beschuldigingen introk), mede gelet op het tijdstip waarop de raadsman het verzoek heeft gedaan (bijna 9 maanden na ontvangst van de brief), tegen de achtergrond van de afgelegde verklaringen onvoldoende grond oplevert de getuige nogmaals te horen, is niet onbegrijpelijk. AG: anders
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.