NJB 2008, 1647
HR, 08-07-2008, nr. 00576/07
HR 08-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9186
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juli 2008
- Magistraten
Mrs. Corstens, Van Dorst, Van Schendel, Ilsink en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00576/07
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BC9186
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9186, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9186, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2007
- Wetingang
Sr art. 261
Essentie
Smaad en ruchtbaarheid. De verdachte werd in hoger beroep wegens smaad veroordeeld tot een geldboete van € 400 waarvan € 200 voorwaardelijk. Van de brief die aan M.G. werd toegezonden kan uit de gebezigde bewijsmiddelen niet worden afgeleid dat de verdachte het kennelijke doel had daaraan ruchtbaarheid te geven in de daaraan in art. 261 Sr bedoelde zin.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
3.2.1
Ten laste van de verdachte is overeenkomstig de tenlastelegging bewezenverklaard dat:
‘zij op of omstreeks 27 juni 2003 te 's‑Gravenhage opzettelijk de goede naam van C. heeft aangerand door telastlegging van een of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.