HR, 01-07-2008, nr. 00611/07

Documentgegevens:

HR 01-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1715

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 1 juli 2008
Magistraten: Mrs. Corstens, Balkema, Ilsink, De Hullu en Splinter-van Kan
Zaaknummer: 00611/07
Conclusie: A-G Machielse
LJN: BD1715
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2008:BD1715, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1715, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2007
Wetingang: Sv art. 350; Sv art. 359; Opiumwet art. 2 onder A

Essentie

De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf waarvan één jaar voorwaardelijk wegens het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod. Ten laste van de verdachte werd door het hof bewezen verklaard ‘dat hij in de periode van 3 juni 2003 tot en met 5 juni 2003 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een middel (MDMA of MDEA of MDA) als bedoeld in de bij de Opiumwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.