RvdW 2008, 767
HR, 01-07-2008, nr. 00611/07
HR 01-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1715
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00611/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BD1715
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1715, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1715, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑06‑2007
- Wetingang
Sv art. 359 lid 1 en 3; Opw art. 2
Essentie
Toereikend bewijs dat de door verdachte uitgevoerde XTC-pillen als werkzame stof MDMA bevatten.
Samenvatting
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in overleg met X, met wie in versluierend taalgebruik telefonisch overleg werd gepleegd, goederen over de grens heeft gebracht, dat X met Y in versluierend taalgebruik heeft gecommuniceerd over de aflevering van kennelijk XTC-tabletten, dat X in deze periode contacten onderhield met anderen, die niet tevreden waren over de kwaliteit van door hem geleverde rozerode tabletten en dat bij doorzoekingen bij X veel verschillende tabletten zijn aangetroffen, waaronder rozerode, die alle MDMA bevatten. Hieruit kon door het Hof worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.