HR, 17-06-2008, nr. 02659/06 E

Documentgegevens:

HR 17-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC8684

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 17 juni 2008
Magistraten: Mrs. Koster, Van Dorst, Van Schendel, Ilsink en De Hullu
Zaaknummer: 02659/06 E
Conclusie: A-G Vellinga
LJN: BC8684
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BC8684, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC8684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2006
Wetingang: Wet goederenvervoer over de weg art. 4; Wet goederenvervoer over de weg art. 5; Sr art. 51

Essentie

Het hof sprak de verdachte vrij van het haar ten laste gelegde als hierna onder 3.2 vermeld, omdat, kort gezegd, degenen die worden aangesproken voor het ten laste gelegde de hoofden of bestuurders van een onderneming zijn en dus niet de onderneming zelf, die hier als verdachte wordt genoemd. Anders dan de A‑G verenigt de Hoge Raad zich met de slotsom van het hof, nu niet kan blijken dat het hof van een onjuiste opvatting is uitgegaan. Immers het hof oordeelde dat de tenlastelegging is toegesneden op art. 4 WGW (Wet goederenverkeer over de weg, L ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.