NJ 2008, 347
HR, 10-06-2008, nr. S 01927/07
HR 10-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC9196
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
S 01927/07
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BC9196
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9196, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC9196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑09‑2007
- Wetingang
Sr art. 33a
Essentie
Het Hof heeft vastgesteld dat de verdachte een deel van het bedrag dat hij door middel van het bewezenverklaarde feit heeft verkregen, heeft gestort op de derdenrekening van het kantoor van zijn voormalige raadsman en dat dit geldbedrag aan de verdachte toebehoort. Onder die omstandigheden moet dit girale geld op die derdenrekening worden aangemerkt als een aan de verdachte toebehorende voorwerp dat de verdachte door middel van het bewezenverklaarde feit heeft verkregen en dat dientengevolge vatbaar is voor verbeurdverklaring.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 5 april ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.