NJB 2008, 1403
HR, 10-06-2008, nr. 00462/07
HR 10-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8644
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Thomassen
- Zaaknummer
00462/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC8644
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC8644, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC8644, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2008
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep bij verstek veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren wegens medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
Aanwezigheidsrecht.
Het middel bevat de klacht dat het hof de verdachte ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om alsnog de behandeling van zijn zaak bij te wonen.
De dagvaarding in hoger beroep is op 16 augustus 2006 aan de griffier van de rechtbank te Arnhem uitgereikt tegen een zitting van het hof van 24 augustus 2006. (Dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.