NJ 2008, 348
HR, 10-06-2008, nr. 03633/06 A
HR 10-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9743
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03633/06 A
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC9743
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9743, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9743, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2008
- Wetingang
Vuurwapenverordening 1930 art. 13e
Essentie
Antilliaanse zaak. Op grond van art. 13e Vuurwapenverordening 1930 Nederlandse Antillen komt aan opsporingsambtenaren slechts de bevoegdheid toe van een persoon te vorderen zijn medewerking te verlenen aan een onderzoek aan diens kleding, indien daartoe redelijkerwijs aanleiding bestaat op grond van een gepleegd strafbaar feit waarbij vuurwapenen zijn gebruikt of op grond van aanwijzingen dat een dergelijk strafbaar feit zal worden gepleegd. Mede blijkens de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling is in dat verband de enkele verdenking dat deze persoon een wapen in bezit heeft onvoldoende aanleiding om die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.