NJ 2008, 346
HR, 10-06-2008, nr. 00008/07
HR 10-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC6779
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00008/07
- Conclusie
A-G mr. Knigge
- LJN
BC6779
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC6779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC6779, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2007
- Wetingang
Sv art. 281 lid 4, 289 lid 3, 296 lid 1 en lid 6, 297 lid 2, 326
Essentie
1. Horen van getuigen in elkaars aanwezigheid. Getuigen A en B zijn op de terechtzitting van 6 december 2005 gehoord. Bij hervatting van het onderzoek op 11 april 2006 is de getuige C gehoord, terwijl de getuigen A en B in de zittingzaal van het Hof aanwezig waren. De klacht dat ten aanzien van de getuigen A en B niet is gehandeld in overeenstemming met art. 289, eerste lid, Sv miskent dat deze getuigen reeds ter terechtzitting van 6 december 2005 een verklaring hadden afgelegd, zodat zij ingevolge art. 296, eerste lid, Sv de zittingzaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.