JOW 2009, 17
opbrengst; toezegging; daadwerkelijk voordeel
HR 27-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7961
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 2008
- Magistraten
Corstens, De Savornin Lohman, De Hullu
- Zaaknummer
02917/06 P
- Conclusie
A‑G Machielse
- LJN
BC7961
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC7961, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC7961, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2007
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
opbrengst; toezegging; daadwerkelijk voordeel
Samenvatting
De overweging van het hof houdt onder meer in dat, voor zover het juist is dat aan de betrokkene toezeggingen zijn gedaan dat hij een deel van de opbrengst van uit misdrijven verkregen gelden zou ontvangen, daarmee vast staat dat hij daadwerkelijk voordeel heeft genoten. Volgens de Hoge Raad geeft dit oordeel, indien het hof daarmee heeft geoordeeld dat de enkele toezegging van gelden zonder meer kan worden aangemerkt als voordeel als bedoeld in art. 36e, vierde lid, Sr, blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het begrip voordeel. Het daarin besloten liggende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.