NJ 2008, 510
HR, 27-05-2008, nr. 00365/07
HR 27-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC6794, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
00365/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BC6794
- JCDI
JCDI:ADS111933:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC6794, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC6794, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
1. Onder ‘goed’ als bedoeld in art. 41 Sr kan niet het huisrecht worden begrepen (vgl. HR 14 april 1998, NJ 1998, 662).
2. Verwerping beroep op noodweerexces. Verdachte verkeerde aanvankelijk in een noodweersituatie toen hij zich verdedigde tegen het latere slachtoffer die 's-nachts de woning en de slaapkamer van verdachte was binnengedrongen. Het geweld dat verdachte heeft toegepast nadat het slachtoffer van de trap was gevallen, was niet langer noodzakelijk ter verdediging en kon naar het niet onbegrijpelijke oordeel van het Hof niet worden beschouwd als het onmiddellijk gevolg van een door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.