JOL 2008, 364
HR, 29-04-2008, nr. 00231/07: Geervliet
HR 29-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0544 (Geervliet)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 2008
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00231/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BD0544
- Roepnaam
Geervliet
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0544, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑06‑2007
Essentie
Geen voorrang verleend. Bewijs van zwaar lichamelijk letsel door schuld onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 12 mei 2006, nummer 22/007155-05, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Rotterdam van 29 november 2005 — de verdachte ter zake van ‘overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.