NJB 2008, 1085
HR, 22-04-2008, nr. 01094/07
HR 22-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5977
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema, Van Schendel, De Hullu en Thomassen
- Zaaknummer
01094/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC5977
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC5977, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC5977, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑07‑2007
- Wetingang
Essentie
In hoger beroep werd de verdachte veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf wegens
(1)
(1) medeplegen van gijzeling
(2)
(2) gekwalificeerde diefstal en
(3)
(3) afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De zaak gaat over de maatstaven die moeten worden aangelegd bij de beslissing over het al dan niet oproepen en horen van (meestal) door de verdediging opgegeven getuigen; het verdedigingsbelang of het noodzaakcriterium. Daarbij is van belang op welk moment het verzoek tot het horen van getuigen wordt gedaan, bijvoorbeeld voorafgaande aan de zitting in een zogeheten appelschriftuur. Een van de gronden waarop een dergelijk verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.