NJ 2008, 468
HR, 22-04-2008, nr. 02647/06
HR 22-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7077, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
- Zaaknummer
02647/06
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BB7077
- JCDI
JCDI:ADS111835:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB7077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB7077, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2007
- Wetingang
Sv art. 361 lid 2 onder b; Sr art 36f
Essentie
Het oordeel van het Hof dat onder rechtstreekse schade in de zin van art. 361, tweede lid onder b Sv, mede zijn te verstaan de kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt om het gepleegde strafbare feit aan het licht te brengen, geeft, mede in het licht van art. 6:96 BW niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is, in aanmerking genomen dat ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij geen verweer is gevoerd, toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.