JOL 2008, 309
HR, 15-04-2008, nr. 00814/07 B
HR 15-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9406
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00814/07 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC9406
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9406, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2007
Essentie
Beklag ontvankelijk. Geen vervolgde zaak die tot een einde is gekomen.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Utrecht van 21 december 2006, nummer RK 06/855, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door: [klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1934, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft het door klager ingediende beklag niet-ontvankelijk verklaard.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. G.A. Speelman, advocaat te Amersfoort, bij schriftuur middelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.