HR, 15-04-2008, nr. 00046/07

Documentgegevens:

HR 15-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5952

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 15 april 2008
Magistraten: Mrs. Koster, Balkema, Van Dorst, Ilsink en Thomassen
Zaaknummer: 00046/07
Conclusie: P-G Fokkens
LJN: BC5952
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BC5952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2007
Wetingang: Sr art. 38m; Sr art. 55; Sr art. 56; Sr art. 57; Sr art. 58; Sr art. 59; Sr art. 60; Sr art. 61; Sr art. 62; Sr (oud) art. 63; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359 lid 8; EVRM art. 6

Essentie

De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) gedurende twee jaren wegens

(1)

(1) diefstal

(2)

(2) bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en

(3)

(3) en

(4)

(4) verduistering van pinpassen, meermalen geleegd.

Het eerste middel bevat de klacht dat het hof art. 359 lid 2 Sv niet heeft nageleefd.

Het middel slaagt omdat het door de verdediging aangevoerde erop neerkomt dat en waarom er geen sprake is van wederrechtelijke toe-eigening. Er is sprake van een standpunt dat duidelijk, door argumenten geschraagd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.