NJ 2008, 289
HR, 15-04-2008, nr. 00046/07
HR 15-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC5952, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00046/07
- Conclusie
P-G Fokkens
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BC5952
- JCDI
JCDI:ADS125905:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC5952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC5952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2007
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2; Sr art. 38m, 63 (oud)
Essentie
1. Het betoog van de raadsman met betrekking tot de tenlastegelegde wederrechtelijke toeëigening van bankpassen door verdachte, dat niet wordt weerlegd door de bewijsmiddelen, is een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt, waarop het hof niet heeft gerespondeerd. Dit leidt tot nietigheid.
2. Artikel 63 (oud) is niet van toepassing bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de oplegging van een ISD-maatregel na de eerdere oplegging van een (gevangenis)straf. Oplegging van een ISD-maatregel is in die omstandigheden toelaatbaar.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 maart 2006, nummer 23/005646-05, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.