NJ 2008, 228
HR, 08-04-2008, nr. 00071/07
HR 08-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5957
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00071/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC5957
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC5957, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC5957, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑05‑2007
- Wetingang
Sr art. 417bis; Sv art. 359 lid 1, 3
Essentie
Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets, die hij volgens zijn verklaring had geleend van iemand van wie hij niet weet waar hij woont, door misdrijf was verkregen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam Enkelvoudige Kamer, van 21 augustus 2006, nummer 23/001025-06, in de strafzaak tegen O. El. H. Adv. mr. J.W. Soeteman en mr. K.P.C.M. Gimbrère, beiden te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.