NJB 2008, 925
HR, 01-04-2008, nr. 01943/06 P
HR 01-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BA7255
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema, Ilsink, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01943/06 P
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA7255
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BA7255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BA7255, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2006
- Wetingang
Sr art. 36e lid 1; Sr art. 36e lid 5; Sr art. 36e lid 6
Essentie
Ontnemingszaak (vordering € 31 453,34, ontzegd).
In het middel wordt erover geklaagd dat de afwijzing door het hof van de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel onbegrijpelijk is.
Als een derde een onherroepelijk vorderingsrecht heeft op een betrokkene moet het bedrag van die vordering in mindering worden gebracht op het bedrag dat ontnomen wordt wegens wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e lid 6 Sr). Daarbij is niet van belang of de derde-schuldeiser de vordering op de betrokkene zal verhalen. Met een in rechte toegekende vordering moet gelijkgesteld worden een vordering vastgesteld bij een bestuursorgaan die onherroepelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.