HR, 18-03-2008, nr. 00830/07

Documentgegevens:

HR 18-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC3553

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 18 maart 2008
Magistraten: Mrs. Corstens, Van Schendel, De Hullu, Thomassen en Splinter-van Kan
Zaaknummer: 00830/07
Conclusie: A-G Wortel
LJN: BC3553
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BC3553, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC3553, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2007
Wetingang: Sv art. 263; Sv art. 264; Sv art. 288; Sv art. 418; EVRM art. 6

Essentie

Wegens medeplegen van moord werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot tien jaren gevangenisstraf.

Het (eerste) middel bevat de klacht dat het hof het verzoek om de getuige S. te horen heeft afgewezen op grond van het bepaalde in art. 418 lid 2 Sv, terwijl die getuige nimmer ter terechtzitting in eerste aanleg of bij de Rechter-Commissaris is gehoord.

Het hof had het verzoek tot het horen van de getuige S. afgewezen omdat (ook) deze persoon ‘door de politie en de rechter-commissaris’ was gehoord. Dat was in zoverre onjuist dat S. wel door de Rechter-Commissaris ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.