Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 349
HR, 18-03-2008, nr. 03256/06
HR 18-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2339
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 maart 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03256/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2339
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2339, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2008
Essentie
Geen overschrijding redelijke termijn na terugwijzing na cassatie.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 augustus 2006, nummer 23/006113-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1947, wonende te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 21 december 2004, heeft het Hof in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Amsterdam van 22 november 2001 — voor zover aan 's Hofs oordeel onderworpen — de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.