NJB 2008, 822
HR, 18-03-2008, nr. 03256/06
HR 18-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2339
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 maart 2008
- Magistraten
Mrs. Corstens, Balkema, De Savornin Lohman, Ilsink en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03256/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2339
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2339, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑03‑2008
- Wetingang
Essentie
Wegens (1) medeplegen van opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden geheven en (2) valsheid in geschrift, werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en een werkstraf van 120 uren.
Het eerste middel bevat de klacht dat het hof bij zijn tweede arrest geen rekening heeft gehouden met overschrijding van de redelijke termijn tot aan het eerste arrest van het hof van 11 november 2003. Daartegen werd het eerste beroep in cassatie ingesteld. Dat leidde tot gedeeltelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.