NJ 2008, 130
HR, 19-02-2008, nr. 01422/07
HR 19-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2329
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01422/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2329
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2329, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2329, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2007
- Wetingang
Sv art. 451a
Essentie
Door en namens de verdachte is aangevoerd dat de schriftelijke verklaring als bedoeld in art. 451a Sv door de bevolkingsadministratie van de inrichting waar de verdachte toen verbleef, is geweigerd. Het oordeel van het hof komt erop neer dat zelfs indien daarvan moet worden uitgegaan en zou moeten worden aangenomen dat de overschrijding van de beroepstermijn, te rekenen tot aan die weigering, verontschuldigbaar is, de verdachte niet in zijn beroep kan worden ontvangen. Dat oordeel geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting, omdat onder die door het hof veronderstellenderwijs aangenomen omstandigheden, de datum waarop de verdachte die verklaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.