NJ 2008, 396
HR, 05-02-2008, nr. 03225/06
HR 05-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2922, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 februari 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen,
- Zaaknummer
03225/06
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BC2922
- JCDI
JCDI:ADS111817:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2922, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2922, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2007
- Wetingang
Essentie
De strafoplegging in de aantekening van het mondeling arrest is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Arrest: vermelding van de straffen met de toevoeging: ‘Al het vorenstaande overwegende, acht het hof oplegging van de hierboven vermelde straffen passend en geboden.’
HR: Art. 425 lid 4 (oud) Sv — thans art. 425 lid 3 Sv — is op 1 januari 2002 in werking getreden. Voordien bevatte het thans vervallen art. 426d lid 2 Sv een vergelijkbare regeling voor mondelinge vonnissen van de enkelvoudige kamer van de rechtbank. Die regeling was op haar beurt vergelijkbaar met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.