RvdW 2008, 194
HR, 29-01-2008, nr. 00275/07 E
HR 29-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB9829
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 januari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00275/07 E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BB9829
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Algemeen
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB9829, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB9829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2007
- Wetingang
Essentie
Afvalstoffen in de zin van de EEG Verordening overbrenging van afvalstoffen (EVOA).
Of de afgenomen pvc-pasta een residu is geweest of een bijproduct van het productieproces of een overgeschoten grondstof is niet relevant, omdat centraal staat of de leverancier zich er van heeft ontdaan. Ook de motieven om zich van een voorwerp of substantie te ontdoen, zijn niet van belang volgens het Hof van Justitie EG. Door te oordelen dat de leverancier in Duitsland van de pvc-pasta af wilde en er zich dus van heeft ontdaan door deze aan verdachte te leveren, is vastgesteld dat het hier een ‘afvalstof’ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.