NJ 2008, 406
HR, 22-01-2008, nr. 01736/06 P
HR 22-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BA7648, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2008
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01736/06 P
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BA7648
- JCDI
JCDI:ADS111807:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BA7648, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BA7648, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2006
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3; Sv art. 33, 51, 344a, 511f
Essentie
1. Processtukken in ontnemingszaken. Het hof kon het verzoek tot het overleggen van een anonieme brief afwijzen.
2. Art. 344a Sv is niet van toepassing op de ontnemingsprocedure. Een CID proces-verbaal, relaterende de inhoud van een anonieme brief, mocht voor het bewijs worden gebezigd, nu die niet het enige bewijsmiddel was voor de schatting van het voordeel en de verbalisant als getuige is gehoord.
Samenvatting
- 1.
In het ontnemingsdossier moeten worden gevoegd stukken die redelijkerwijze van belang kunnen zijn in voor de betrokkene hetzij ongunstige, hetzij gunstige zin. Kennisneming van die processtukken mag in beginsel aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.