JOL 2008, 44
HR, 22-01-2008, nr. 00103/07
HR 22-01-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC1317
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
00103/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC1317
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC1317, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC1317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2008
Essentie
Bewijs aanwezigheid verdachte bij verkrachting niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 mei 2006, nummer 21/003426-05, in de strafzaak tegen: [Verdachte 3], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Zwolle van 27 januari 2005 — de verdachte ter zake van 1. ‘medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden’ en 2. ‘medeplegen van verkrachting’ en ‘medeplegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.