NJB 2008, 231
HR, 11-12-2007, nr. 03070/06
HR 11-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB7671
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Van Dorst
- Zaaknummer
03070/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB7671
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB7671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB7671, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2007
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Het hof verklaarde de verdachte, afkomstig uit Irak, niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep van het in eerste aanleg door de politierechter gewezen vonnis waarbij hij wegens, onder meer valsheid in geschrift, meermalen gepleegd bij verstek werd veroordeeld tot veertien weken gevangenisstraf. De verdachte verklaarde dat hij tevoren bekend was met de dag van de terechtzitting en dat hij zijn dertienjarige zoon gevraagd had om naar de rechtbank te bellen met verzoek tot aanhouding van de zaak omdat hij een gebroken been had. Of dat verzoek was gedaan en of het was ingewilligd, kon hij niet zeggen. Tegen het vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.