RvdW 2008, 23
HR, 04-12-2007, nr. 02201/06
HR 04-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA7912
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02201/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA7912
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA7912, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑12‑2006
- Wetingang
Essentie
In art. 588 Sv is niet voorzien in een bepaling die weigering van de verdachte om een gerechtelijke mededeling in ontvangst te nemen, gelijkstelt met uitreiking in persoon. Dat aan verdachte de akte is voorgehouden levert niet zonder meer een omstandigheid op waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting tevoren aan hem bekend was.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 28 april 2006, nummer 22/000141-06, in de strafzaak tegen F.A. Adv. mr. A.M. Seebregts, te Rotterdam.