JOL 2007, 786
HR, 27-11-2007, nr. 00608/07
HR 27-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB6375
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 november 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00608/07
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BB6375
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB6375, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB6375, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑04‑2007
Essentie
Gebruik voor het bewijs van een verklaring die verdachte in eerste aanleg ter zitting heeft afgelegd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 april 2006, nummer 23/006038-05, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring ‘Zwaag’ te Zwaag.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Haarlem van 21 oktober 2005 — de verdachte ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.