NJB 2008, 23
HR, 20-11-2007, nr. 02830/06
HR 20-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB4956
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 november 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en De Hullu
- Zaaknummer
02830/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB4956
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB4956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB4956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
In hoger beroep werd de verdachte veroordeeld tot één maand gevangenisstraf omdat hij als vreemdeling in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenst vreemdeling is verklaard.
Dat de verdachte als ongewenst vreemdeling in Nederland verblijft, bestrijdt hij (ook) in cassatie niet. Maar hij komt daar op tegen de verwerping (althans niet beantwoording) door het hof van het door de verdediging gevoerde verweer dat hij zich kan beroepen op absolute en/of relatieve overmacht: daar geen enkel land hem, stateloos burger, na uitzetting wil ontvangen is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.