NJB 2007, 2350
HR, 13-11-2007, nr. 02236/06
HR 13-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7667
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema, De Savornin Lohman, Ilsink en De Hullu
- Zaaknummer
02236/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA7667
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA7667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA7667, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2006
- Wetingang
Essentie
In hoger beroep werd de verdachte wegens het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en een werkstraf van 120 uren.
In het middel wordt erover geklaagd dat het hof het door de raadsvrouw gevoerde verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging dan wel tot bewijsuitsluiting van de tijdens de inverzekeringstelling door de verdachte afgelegde verklaringen, heeft verworpen.
De verdediging beriep zich op een niet meer herstelbaar vormverzuim bestaande uit het feit dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.