NJ 2007, 602
HR, 06-11-2007, nr. 02171/06
HR 06-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB4842
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02171/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB4842
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB4842, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB4842, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2006
- Wetingang
Sv art. 359 lid 5; Wegenverkeerswet 1994 art. 162 lid 3
Essentie
De opgelegde werkstraf van 20 uur (terzake van rijden tijdens een rijverbod) is, ook in het licht van hetgeen de raadsman heeft aangevoerd, toereikend gemotiveerd. Conclusie A-G: anders.
Samenvatting
Hof: Naar ’s hofs oordeel kan niet worden volstaan met een straf als door de A-G gevorderd (een geldboete) omdat daarin onvoldoende tot uitdrukking komt de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals o.a. tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Anders dan de verdediging heeft betoogd, kan niet worden volstaan met de toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.