NJB 2007, 2043
HR, 02-10-2007, nr. 02157/06
HR 02-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA5632
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel, De Hullu, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02157/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA5632
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA5632, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA5632, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑10‑2006
- Wetingang
Sv (oud) art. 126m; Sv (oud) art. 126aa; Sv art. 218; Besl. bewaren en vernietigen niet gevoegde stukken art. 4
Essentie
Wegens medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een art. 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod werd de verdachte in hoger beroep veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf en een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 180 uren.
Als bewijsmiddel 10 bezigde het hof een verklaring van de verdachte waarin hij, desgevraagd, bevestigde dat hij met de mobiele telefoon van A had gebeld naar een dokterstelefoon: hij had last van zijn ontlasting, het ging niet. De 91 bolletjes kwamen er niet uit.
De Hoge Raad overweegt dat het proces‑verbaal onder 10 een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.